Dit nieuwsbericht delen: LinkedIn Facebook Twitter
11 juni 2025

De peildatum: wanneer wist je het (of had je het moeten weten)?

De peildatum is een belangrijke datum in het insolventierecht. Vanaf dat moment kunnen bepaalde – vergaande – juridische consequenties gaan gelden. Consequenties voor wat betreft de vraag vanaf welk moment:

  • vorderingen op, en schulden aan, de uiteindelijk failliet voor datum faillissement nog mochten worden overgenomen en verrekend;
  • een bestuurder als gevolg van zijn handelen of nalaten aansprakelijk kan worden gehouden, al dan niet in het faillissement (op grond van bestuurdersaansprakelijkheid).

Hoewel de consequenties vergaand kunnen zijn, is het vaststellen van de peildatum vaak een lastige opgave. Hoe stel je nu vast op welk moment je als schuldeiser wist of had moeten weten dat het faillissement van jouw schuldenaar te verwachten was en je niet meer mocht verrekenen?

Het – behoorlijk onbevredigende – antwoord luidt, dat dit afhankelijk is van de omstandigheden van het geval en niet in algemene zin is te duiden. Het komt dus aan op de vraag welke informatie jij over de financiële situatie van jouw schuldenaar had, of had moeten hebben, om die vraag te beantwoorden.

Verrekening

Het kan interessant zijn om tegen een lagere prijs dan de nominale waarde een vordering op of schuld aan de uiteindelijke failliet over te nemen. Zo verkrijg je als schuldeiser een eigen vordering of schuld die je met de failliet kunt verrekenen. Maar als je als schuldeiser op het moment van het overnemen van de schuld of vordering wist of had moeten weten dat het faillissement of de surseance van betaling van jouw schuldenaar te verwachten was, dan mag je een overgenomen vordering of schuld niet meer verrekenen. Je bent dan de peildatum gepasseerd en niet (meer) te goeder trouw.

Wat dan resteert is dat je als schuldeiser achterblijft met een overgenomen – maar vaak niet op de failliet te verhalen – vordering. Of je hebt een schuld aan de failliet overgenomen waarvoor de curator jou tot betaling aanspreekt.

De peildatum van bestuurdersaansprakelijkheid

Als je als bestuurder van een onderneming in financiële moeilijkheden voorziet dat het redelijkerwijs aannemelijk is dat jouw onderneming op den duur niet met het betalen van zijn schulden kan voortgaan, kun je besluiten de schuldenlast van de onderneming te herstructureren via een zogenaamde WHOA-procedure. Deze start je door het deponeren van een startverklaring. De datum van die startverklaring vormt daarmee in ieder geval een ijkmoment (peildatum) voor deze kwalificatie van de financiële toestand van jouw onderneming.

Die peildatum geeft niet alleen de start van de WHOA-procedure aan, maar kan voer geven voor juridische discussies over bestuurdersaansprakelijkheid. Wat als je als bestuurder nadat je een WHOA-startverklaring hebt gedeponeerd en namens de onderneming verplichtingen bent aangegaan, die je achteraf toch niet blijkt te kunnen nakomen? Ben je dan als bestuurder verplichtingen aangegaan waarvan je wist of behoorde te weten dat de onderneming deze niet zou kunnen nakomen? En de onderneming ook geen verhaal biedt – wat een grondslag oplevert voor bestuurdersaansprakelijkheid?

Zonder startverklaring de peildatum bepalen

Maar wat als je nog geen startverklaring hebt gedeponeerd, maar je je wel zorgen maakt over de financiële toestand van jouw onderneming? Staat het je op dat moment nog wel vrij om naar eigen inzicht betalingen te verrichten aan schuldeisers van de vennootschap en daarin selectief te zijn?

Het uitgangspunt lijkt betaalautonomie. Het bestuur is in beginsel dus vrij om zelf te bepalen welke schuldeisers wel worden voldaan en welke niet, tenzij die betaling na de peildatum een onrechtmatige betaling oplevert. Omstandigheden die tot bestuurdersaansprakelijkheid kunnen leiden bij selectieve betalingen zijn onder andere de omstandigheid dat je als bestuur hebt besloten de activiteiten van de onderneming te beëindigen en wanneer er niet voldoende geld is om alle schuldeisers te betalen, je als bestuurder besluit om schulden van groepsvennootschappen te laten betalen. Risico ontstaat ook als je bewust schuldeisers bevoordeelt van wie het voldoen van de vordering ook in jouw eigen belang is. Denk bijvoorbeeld aan een schuld waarvoor je hoofdelijk aansprakelijk bent.

De schuldeiser of de curator moet dan nog wel aantonen dat de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. En die drempel ligt hoog.

Denk vooruit

Ben je ook voornemens om vorderingen of schulden over te nemen van een onderneming die in financiële moeilijkheden verkeert of waarvan je het vermoeden hebt dat deze in financiële moeilijkheden gaat verkeren? Of ben je bestuurder van een onderneming in financiële moeilijkheden of voorzie je dat jouw onderneming het financieel lastig gaat krijgen? Zorg dan dat je je bewust bent van de juridische consequenties die met een bepaalde wetenschap van de financiële situatie van een onderneming gepaard gaan.

Neem bij vragen in ieder geval contact op met één van de Financiering & Zekerheden / Herstructureringsspecialisten van DAAN Advocaten & Mediators. Mailen kan ook naar kristel@daanlegal.nl of bellen naar 06-23011586.

Mail
Telefoon
Feed
LinkedIn
Instagram