Huurders die via het platform van Airbnb een accommodatie hebben gehuurd, kunnen mogelijk de betaalde servicekosten die Airbnb in rekening brengt terugvorderen. De Rechtbank Amsterdam heeft geoordeeld dat Airbnb die servicekosten onder omstandigheden moet terugbetalen.
Waar ging de zaak om?
Een Nederlandse consument heeft in de jaren 2016 tot en met 2018 zeven accommodaties geboekt via Airbnb. Voor iedere boeking heeft de consument servicekosten betaald aan Airbnb. De servicekosten zijn een percentage van de huursom; voor Nederlandse gebruikers gemiddeld 15%.
Airbnb heeft de huursom bij de consument geïnd en betaald aan de verhuurder. De verhuurder betaalt 3% van de huursom aan Airbnb bij wijze van bemiddelingskosten.
Op het platform van Airbnb worden bij de zoekresultaten geen gegevens vermeld die het voor een potentiële huurder mogelijk maken om buiten Airbnb om in contact te treden met een potentiële verhuurder. Zo ontbreken het adres van de accommodatie, de exacte aanduiding daarvan op de kaart en de achternaam en contactgegevens van de verhuurder. In zoverre fungeert het platform niet als een “elektronisch prikbord”, maar worden de potentiële huurder en verhuurder dus strikt gescheiden gehouden. Daarin verschilt Airbnb van bijvoorbeeld Booking.com.
Airbnb heeft verder actieve bemoeienis met zowel het aanbod van de verhuurders, met het samenstellen van de zoekresultaten voor de huurder op het platform, met de communicatie tussen potentiële huurder en verhuurder en met de totstandkoming van de huurovereenkomst.
Waarom moet Airbnb de servicekosten terugbetalen? “Dienen van twee heren”
De boekingen van de consument zijn aan te merken als huurovereenkomsten tussen de consument-huurder en de verhuurders. Het ging om tijdelijke huur van vakantieaccommodaties. Ook op die huur zijn de wettelijke beperkingen die gelden voor (koop en) huur van vaste woonruimte (bestemd voor permanente bewoning) van toepassing. Op grond van die beperkingen mag een bemiddelaar geen “dubbele bemiddelingskosten” bij de huur en koop van woonruimte in rekening brengen.
Gelet op de werkzaamheden van Airbnb en de wijze waarop het platform is vormgegeven, kan Airbnb als bemiddelaar worden aangemerkt. Airbnb heeft daarbij gehandeld in opdracht van de consument en van de verhuurders (“de twee heren”). Zij heeft bij zowel de consument als de verhuurders servicekosten in rekening gebracht. Dat is niet toegestaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat Airbnb de servicekosten aan de consument moet terugbetalen.
Slot
De uitspraak van de rechtbank ligt in het verlengde van de rechtspraak waarin is bepaald dat een bemiddelaar (“makelaar”) geen recht heeft op loon (“bemiddelingskosten” of “courtage”) wanneer een consument een huurovereenkomst voor zelfstandige woonruimte aangaat en waarbij de makelaar optreedt namens de verhuurder en de huurder. Sinds 1 juli 2016 geldt dit ook in het geval van kamerverhuur. Dat betreft verhuur van onzelfstandige woonruimte.
In die rechtspraak is bepaald dat plaatsing van een huurwoning van de verhuurder op een website van de bemiddelaar een overeenkomst tot bemiddeling tussen de verhuurder en de bemiddelaar tot stand brengt, ongeacht of de verhuurder de bemiddelaar hiervoor (loon) heeft betaald. In dat geval mag de bemiddelaar geen kosten aan de huurder in rekening brengen.
Dat is anders als de bemiddelaar stelt dat de website slechts als een “elektronisch prikbord” functioneert. Dat is het geval wanneer de bemiddelaar de aspirant-verhuurder en aspirant-huurder niet van elkaar afschermt en het hen dus niet onmogelijk wordt gemaakt om rechtstreeks (zonder tussenkomst van de bemiddelaar) met elkaar in contact te treden en over de totstandkoming van de huurovereenkomst te onderhandelen.