Bij bedrijfsbeëindiging als gevolg van pensionering of overlijden van de werkgever kunnen kleine werkgevers vanaf 1 januari 2021 compensatie van de betaalde transitievergoeding aanvragen bij UWV. Het kabinet heeft hiertoe besloten omdat het betalen van transitievergoedingen bij bedrijfsbeëindiging, met name voor kleine werkgevers, ongewenste financiële gevolgen kan hebben.
De compensatieregeling transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging is inmiddels gepubliceerd en treedt op 1 januari 2021 in werking.Vanaf deze datum kan voor een betaalde transitievergoeding door de werkgever of zijn nabestaanden compensatie worden aangevraagd als de onderneming is beëindigd wegens pensionering of overlijden van de werkgever. Daarbij gelden verschillende voorwaarden:
Alleen de wettelijke transitievergoedingen wordt gecompenseerd. Spreken de werkgever en de werknemer een hogere transitievergoeding af, dan is het bovenwettelijk deel voor eigen rekening van de werkgever. De compensatie is ook niet hoger dan het wettelijk maximum aan transitievergoeding (2020: maximaal € 83.000,–) of één jaarsalaris . Ook de (eventuele) werkgeverspremies worden niet vergoed.
De compensatie kan worden aangevraagd tot twaalf maanden na de datum waarop de werkgever voor de eerste werknemer toestemming heeft gekregen voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dat is de datum op de ontslagvergunning van UWV, of de datum waarop de kantonrechter de arbeidsovereenkomst heeft ontbonden.
De gepubliceerde regeling is te vinden op de website van de Rijksoverheid.
De compensatiemogelijkheid bij bedrijfsbeëindiging vanwege ziekte van de werkgever kan nog niet in werking treden. Hierover zijn nog gesprekken gaande tussen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, UWV en beroepsverenigingen op het terrein van bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde over de vraag op welke wijze de beoordeling van ziekte kan worden uitgevoerd.