Zoals we eerder al hebben aangekondigd, werkt het kabinet aan een webmodule die moet kunnen helpen bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie als overeenkomst van opdracht of als arbeidsovereenkomst. Overeenkomsten van opdracht blijken in de praktijk namelijk vaak als arbeidsovereenkomst te kwalificeren, wat zowel voor de werkverschaffer als voor de werkende grote gevolgen heeft. Denk bijvoorbeeld aan ontslagbescherming, aan de inhoudingsplicht voor de loonheffingen en aan de verzekeringsplicht voor werknemersverzekeringen.
Tussen 11 januari 2021 en 10 juli 2021 was een pilot van de webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie actief. Het doel van de pilot was om te onderzoeken hoe de webmodule werkt en wat de webmodule in de praktijk kan bijdragen aan de kwalificatie van arbeidsrelaties.
De webmodule is door ruim 6600 deelnemers volledig ingevuld. Uit de pilot volgt:
De deelnemers aan de webmodule zijn gevraagd een enquête over de webmodule in te vullen. Van alle deelnemers hebben slechts 492 deelnemers deze enquête volledig ingevuld. Een kleine meerderheid van de deelnemers beoordeelden de webmodule positief. 43% van de deelnemers gaf echter aan dat de webmodule niet méér duidelijkheid gaf over de criteria die een rol spelen bij de beoordeling van de arbeidsrelatie dan de criteria die in de praktijk al gebruikt werden, terwijl daar nu juist behoefte aan is. Wel gaf een kwart daarvan aan dat dit kwam doordat op het moment van het stellen van deze enquêtevraag de uitslag van de webmodule nog niet bekend was. Het zou dus kunnen dat de webmodule in de praktijk wél meer duidelijkheid biedt over de kwalificatie van de arbeidsrelatie, al doen de bovengenoemde percentages dat niet vermoeden (met in 28,4% geen indicatie en in 9,7% ‘mogelijk’ een fictieve dienstbetrekking).
Zeker als wordt aangenomen dat de ‘invuller’ van de module meestal geen arbeidsovereenkomst maar een opdrachtovereenkomst als uitkomst wil, waarbij men bij de invulling van de vragen hier en daar wat kan sturen op de gewenste uitkomst, is de uitkomst opvallend vaak dat sprake is van een arbeidsovereenkomst (óf dat de status van de overeenkomst onduidelijk is).
Een volgend kabinet zal moeten besluiten of er een definitieve webmodule wordt ingevoerd. Voordat het kabinet hierover beslist, zullen de uitvoeringsgevolgen van de webmodule worden onderzocht. Het is dus nog niet bekend of, en zo ja vanaf wanneer, een definitieve versie van de webmodule beschikbaar is en wat de uitkomsten daarvan gaan betekenen voor de praktijk.
Totdat er een besluit wordt genomen over de invoering van de webmodule blijft de webmodule als voorlichtingsinstrument bestaan. Daarnaast blijft het handhavingsmoratorium van de Belastingdienst van toepassing, wat betekent dat er voorlopig beperkt wordt gehandhaafd door de Belastingdienst. Er wordt alleen gehandhaafd op ‘kwaadwillendheid’ of wanneer aanwijzingen van de Belastingdienst niet binnen de gegeven redelijke termijn zijn opgevolgd.