Dit nieuwsbericht delen: LinkedIn Facebook Twitter
10 januari 2022

Thuis is geen standplaats

In de strijd tegen corona is onder andere thuiswerken het devies. Als je al bijna twee jaar vanuit je huis in het noorden van het land aan de slag bent voor je werkgever in het midden van het land, zou je kunnen denken, of menen, dat je standplaats is gewijzigd. En dat thuiswerken dus misschien wel een recht is geworden. Niets is minder waar. Ook niet in deze uitzonderlijke situatie. Of nee: juíst niet in deze uitzonderlijke situatie. 

Soms komen kwesties bijna ‘per toeval’ naar boven. In een recente case rondom de ontbinding van een arbeidsovereenkomst rees de vraag welke rechter uitspraak moest doen: die van Leeuwarden of die van Utrecht. De standplaats van het werk bepaalt namelijk welke rechter uitspraak doet. 

De werknemer wiens overeenkomst werd ontbonden, meende dat na anderhalf jaar thuiswerken de standplaats van zijn werk was gewijzigd. Hij werkte al maanden vanuit Friesland, zijn werkgever was gevestigd in Utrecht. Deze visie was aanleiding voor het gerechtshof om uit te zoeken hoe dit zit: welke structurele rechten kunnen worden ontleend aan thuiswerken tijdens corona?

Kort gezegd: geen. Thuiswerken is een tijdelijke noodmaatregel die de werkgever uitvoert om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan. Daarom kan een werknemer niet snel rechten ontlenen aan thuiswerken als coronamaatregel:

• het advies ‘thuiswerken’ is van tijdelijke aard, en

• de werkgever heeft het thuiswerkbeleid niet structureel aangepast. Het is een noodmaatregel in strijd tegen het coronavirus.

Of er een recht is op thuiswerken, hangt af van de situatie. Ook wordt op dit moment de ‘Wet werken waar je wil’ door de wetgever behandeld. Maar duidelijk is dus wel dat als gevolg van thuiswerken in coronatijd ’thuis’ niet zomaar de standplaats wordt.

Mail
Telefoon
Feed
LinkedIn
Instagram